In this episode, we'll follow the thrilling journey of young Daan as he conquers canals and learns the art of biking in Amsterdam, showcasing the power of perseverance and the joy of new adventures.
Nl: De zon scheen vrolijk boven Amsterdam.
En: The sun was shining brightly above Amsterdam.
Nl: Daan, een kleine jongen met felrode wangen en een ondeugende glimlach, zat op een glimmende rode fiets.
En: Daan, a little boy with bright red cheeks and a mischievous smile, sat on a shiny red bicycle.
Nl: Hij keek naar de fiets, zijn hart bonsde.
En: He looked at the bicycle, his heart pounding.
Nl: Vandaag zou hij leren fietsen.
En: Today, he would learn how to ride.
Nl: Zijn papa hielp hem op de fiets en hield het stuur vast. "Kijk naar voren, Daan, niet naar de grond," zei hij rustig.
En: His dad helped him onto the bicycle and held onto the handlebars. "Look forward, Daan, not at the ground," he said calmly.
Nl: Daan knikte en legde zijn handen stevig op het stuur.
En: Daan nodded and firmly placed his hands on the handlebars.
Nl: Na een paar minuten duwde zijn vader hem zachtjes vooruit.
En: After a few minutes, his father gently pushed him forward.
Nl: Eerst ging Daan een klein stukje, toen een groter stukje.
En: At first, Daan only went a short distance, then a longer one.
Nl: Daan begon te lachen.
En: Daan started to laugh.
Nl: Hij fietste!
En: He was riding!
Nl: Maar de grachten van Amsterdam waren overal.
En: But the canals of Amsterdam were everywhere.
Nl: Het was een mooi gezicht, de zon schitterde op het water.
En: It was a beautiful sight, the sun shimmering on the water.
Nl: Maar Daan wist dat hij voorzichtig moest zijn.
En: But Daan knew he had to be careful.
Nl: Hij moest blijven kijken waar hij heen ging.
En: He had to keep looking ahead.
Nl: Alleen, toen hij achterom keek om naar zijn vader te zwaaien, zag hij de gracht niet...
En: However, when he turned around to wave to his father, he didn't see the canal...
Nl: Met een plons belandde Daan in de gracht.
En: With a splash, Daan ended up in the canal.
Nl: Het water was koud, maar hij was niet bang.
En: The water was cold, but he wasn't scared.
Nl: Hij wist hoe hij moest zwemmen.
En: He knew how to swim.
Nl: Al snel waren er mensen die hem hielpen.
En: Soon, people came to help him.
Nl: Ze haalden hem uit het water en iedereen lachte een beetje.
En: They pulled him out of the water, and everyone laughed a little.
Nl: Daan lachte ook.
En: Daan laughed too.
Nl: Hij was nat, maar hij was in orde.
En: He was wet, but he was okay.
Nl: Daan keek naar zijn fiets aan de kant van de gracht.
En: Daan looked at his bicycle on the side of the canal.
Nl: Hij was er niet bang voor.
En: He wasn't afraid of it.
Nl: Hij wist dat hij weer zou proberen te fietsen.
En: He knew he would try riding again.
Nl: Maar nu, dacht hij, was het tijd om naar huis te gaan en droge kleren aan te doen.
En: But for now, he thought, it was time to go home and change into dry clothes.
Nl: Morgen zou hij weer proberen te fietsen.
En: Tomorrow, he would try riding again.
Nl: Want als je iets wilt leren, moet je het steeds opnieuw proberen.
En: Because if you want to learn something, you have to keep trying.
Nl: Zo, met een glimlach en een nat pak, eindigde Daans eerste fietsavontuur in Amsterdam.
En: And so, with a smile and a soaked outfit, Daan's first biking adventure in Amsterdam came to an end.
Nl: Maar hij wist zeker dat het niet zijn laatste zou zijn.
En: But he was certain it wouldn't be his last.
Nl: Ze zeggen dat als je in Amsterdam kunt fietsen, je overal kunt fietsen.
En: They say that if you can bike in Amsterdam, you can bike anywhere.
Nl: En Daan zou dat zeker gaan proberen.
En: And Daan would definitely give it a try.