In this episode, we'll explore the heartwarming friendship of three friends in Amsterdam as they find joy in mispronouncing Dutch words and share laughter-filled moments together.
Nl: In Amsterdam, de stad vol kleurrijke huizen en grachten, woonden drie vrienden.
En: In Amsterdam, the city full of colorful houses and canals, lived three friends.
Nl: Lotte, Daan en Emma waren hun namen.
En: Lotte, Daan, and Emma were their names.
Nl: Vaak gingen zij naar het Vondelpark om te spelen, te kletsen en te lachen.
En: They often went to Vondelpark to play, chat, and laugh.
Nl: Maar er was iets bijzonders aan deze vrienden.
En: But there was something special about these friends.
Nl: Ze hebben een spel wat ze altijd spelen.
En: They had a game they always played.
Nl: Ze proberen dan moeilijke Nederlandse woorden goed uit te spreken.
En: They would try to pronounce difficult Dutch words correctly.
Nl: Vandaag zouden ze dit spel weer spelen en Lotte had haar nieuwe woordenboek mee.
En: Today they would play this game again, and Lotte had brought her new dictionary.
Nl: Lotte begon met een groot, moeilijk woord.
En: Lotte started with a big, difficult word.
Nl: "Gymnasium," zei ze en keek naar Daan en Emma.
En: "Gymnasium," she said, looking at Daan and Emma.
Nl: Daan knipperde met zijn ogen en krabbelde in zijn haar.
En: Daan blinked and scratched his head.
Nl: "Glim-nasi-jum?
En: "Glim-nasi-jum?"
Nl: " probeerde hij.
En: he tried.
Nl: Lotte schoot in de lach.
En: Lotte burst out laughing.
Nl: "Nee gekkie, gym-na-si-um," corrigeerde ze hem.
En: "No silly, gym-na-si-um," she corrected him.
Nl: Emma giechelde.
En: Emma giggled.
Nl: Ze vond het spel altijd erg grappig.
En: She always found the game very funny.
Nl: Toen was het de beurt van Emma.
En: Then it was Emma's turn.
Nl: "Prehistorisch," zei ze met een grijns.
En: "Prehistoric," she said with a grin.
Nl: Daan keek even verward en probeerde het woord te herhalen.
En: Daan looked puzzled for a moment and tried to repeat the word.
Nl: "Pries-tories?
En: "Pries-tories?"
Nl: " probeerde hij.
En: he tried.
Nl: Nee, ook dat woord was fout.
En: No, that word was also wrong.
Nl: Ze lachten en gaven Daan een knuffel.
En: They laughed and gave Daan a hug.
Nl: Daan wilde ook een woord kiezen maar toen gebeurde er iets.
En: Daan wanted to choose a word too, but then something happened.
Nl: Zijn gezicht werd rood en zijn handen trilden.
En: His face turned red and his hands trembled.
Nl: "Konijnenkeutel," zei hij zo serieus als hij kon.
En: "Rabbit dropping," he said as seriously as he could.
Nl: Emma barstte in lachen uit.
En: Emma burst into laughter.
Nl: Zij rolde over de grond van het lachen.
En: She rolled on the ground laughing.
Nl: Zelfs Lotte kon haar lachen niet inhouden.
En: Even Lotte couldn't contain her laughter.
Nl: Daan werd nog roder maar lachte ook.
En: Daan got even redder but laughed too.
Nl: Ze realiseerden zich dat het niet ging om de woorden goed te zeggen maar om de lach en de vreugde die ze deelden.
En: They realized that it wasn't about saying the words correctly but about the laughter and joy they shared.
Nl: Aan het eind van de dag, keken ze naar de zonsondergang bij de gracht.
En: At the end of the day, they watched the sunset by the canal.
Nl: Ze lachten om hun eigen hilarische miscommunicaties.
En: They laughed at their own hilarious miscommunications.
Nl: Ze hadden niet goed de moeilijke Nederlandse woorden uitgesproken, maar dat is niet erg.
En: They hadn't pronounced the difficult Dutch words correctly, but that was okay.
Nl: Ze waren blij omdat ze samen waren en veel plezier hadden.
En: They were happy because they were together and had a lot of fun.
Nl: Nog steeds zegt Daan 'konijnenkeutel' in plaats van 'konijnenkeutel'.
En: Daan still says 'rabbit dropping' instead of 'rabbit dropping'.
Nl: En elke keer als hij het zegt, lachen ze nog harder.
En: And every time he says it, they laugh even harder.
Nl: Ze waren het erover eens dat het niet uitmaakt hoe je de woorden zegt, zolang je maar plezier maakt en lacht.
En: They agreed that it doesn't matter how you say the words, as long as you have fun and laugh.
Nl: En dat is het belangrijkste van hun vriendschap: samen lachen en plezier maken, maakt niet uit in welke taal of welk spel zij speelden.
En: That is the essence of their friendship: laughing together and having fun, no matter the language or game they play.