In this episode, we'll immerse ourselves in the vibrant celebration of King's Day in Amsterdam, as Sophie and Thijs embark on a colorful adventure in their orange outfits, creating lasting memories of friendship and joy.
Nl: Het was een bijzondere dag in Amsterdam.
En: It was a special day in Amsterdam.
Nl: Koningsdag!
En: King's Day!
Nl: Mensen waren vrolijk.
En: People were happy.
Nl: Winkels waren gesloten.
En: Shops were closed.
Nl: Alle mensen droegen oranje.
En: Everybody was wearing orange.
Nl: Sophie en Thijs konden niet wachten!
En: Sophie and Thijs couldn't wait!
Nl: Ze waren beste vrienden sinds de kleuterschool.
En: They had been best friends since kindergarten.
Nl: Elk jaar vierden ze Koningsdag samen.
En: Every year they celebrated King's Day together.
Nl: Dit jaar hadden ze een plan.
En: This year they had a plan.
Nl: Ze wilden van top tot teen in oranje kleding zijn.
En: They wanted to be dressed from head to toe in orange.
Nl: Sophie begon met een grote oranje hoed.
En: Sophie started with a large orange hat.
Nl: Ze had een matching oranje shirt en broek.
En: She had a matching orange shirt and pants.
Nl: Ze droeg oranje sokken in haar oranje schoenen.
En: She wore orange socks in her orange shoes.
Nl: Thijs droeg een oranje stropdas met zijn oranje overhemd.
En: Thijs wore an orange tie with his orange shirt.
Nl: Zijn oranje broek had grappige oranje stippen.
En: His orange pants had funny orange dots.
Nl: Zijn oranje schoenen maakten hem het hele jaar door gelukkig, maar vooral op Koningsdag.
En: His orange shoes made him happy all year round, but especially on King's Day.
Nl: Ze vertrokken naar het Vondelpark.
En: They headed to Vondelpark.
Nl: Daar was een grote vrijmarkt.
En: There was a big flea market.
Nl: Sophie en Thijs hadden een kraampje.
En: Sophie and Thijs had a stand.
Nl: Ze verkochten zelfgemaakte oranje koekjes.
En: They were selling homemade orange cookies.
Nl: Mensen vonden hun koekjes lekker.
En: People enjoyed their cookies.
Nl: Ze verkochten veel koekjes.
En: They sold a lot of cookies.
Nl: Na de vrijmarkt gingen ze naar een concert.
En: After the flea market, they went to a concert.
Nl: De muziek was luid en leuk.
En: The music was loud and fun.
Nl: Iedereen danste en zong mee.
En: Everyone was dancing and singing along.
Nl: Sophie en Thijs dansten het meest.
En: Sophie and Thijs danced the most.
Nl: Ze waren blij.
En: They were happy.
Nl: Aan het eind van de dag gingen ze naar huis.
En: At the end of the day, they went home.
Nl: Ze waren moe maar vrolijk.
En: They were tired but happy.
Nl: Ze hadden veel plezier gehad.
En: They had a lot of fun.
Nl: Ze hadden veel koekjes verkocht.
En: They had sold a lot of cookies.
Nl: En ze hadden gedanst op hun favoriete muziek.
En: And they had danced to their favorite music.
Nl: Ze keken naar hun oranje kleding.
En: They looked at their orange clothes.
Nl: Ze waren echt van top tot teen oranje geweest.
En: They had truly been dressed from head to toe in orange.
Nl: Ze lachten en gaven elkaar een high five.
En: They laughed and high-fived each other.
Nl: Hun Koningsdag was perfect geweest.
En: Their King's Day had been perfect.
Nl: Sophie en Thijs keken uit naar volgend jaar.
En: Sophie and Thijs were looking forward to next year.
Nl: Ze zouden weer Koningsdag vieren.
En: They would celebrate King's Day again.
Nl: Ze zouden weer van top tot teen in oranje zijn.
En: They would be dressed from head to toe in orange again.
Nl: Maar nu was het tijd om te slapen.
En: But now it was time to sleep.
Nl: Ze vielen in slaap met een glimlach.
En: They drifted off to sleep with a smile.
Nl: Ze droomden van de volgende Koningsdag.
En: They dreamt of the next King's Day.
Nl: Ze waren blij.
En: They were happy.
Nl: Het was een geweldige dag geweest.
En: It had been a great day.